Dat martelen bestaat!
Alles van zijn glans en kleur beroofd
Terwijl het kind in mij in God gelooft
Maakt de waarheid Hem inadequaat
Ach! Bloed dat in rivieren vloeit
Roei tegen de stroom in, maak me kwaad
Terwijl een bloem ook op die akkers bloeit
En het feit dat martelen bestaat
Levenskreten krijsen over aarde
Echoën onhoorbaar in mijn oor
Nestelen zich in mijn ruggengraat
Beschaving is een flinterdunne waarde
En vormt bedoeld een surreëel decor
Steeds die stank dat martelen bestaat
Toont de rotte geur zich predikant
Als een surrogaat voor ‘t sprookjesland
In Godsbewijs een destructief hiaat
Ten einde raad, dat martelen bestaat